donderdag 5 juli 2012

De erkenning van een natuurkundige gek

Daar zat 'ie dan, op zijn roodfluwelen sofa. Nagenietend van de avond, maar nog steeds niet bevattend wat er nu precies gebeurd was. Terwijl de koffiejuffrouw nog maar eens bijschenkt, drommen de media om hen heen. Peter Higgs kijkt wat dromerig voor zich uit. Hij had dit nooit meer verwacht.
Thuis in Schotland leeft hij teruggetrokken met zijn vrouw en 5 Schotse kippen. Hij had er vrede mee, het vraagstuk afgesloten. Bij het woordje 'Higgs' kon hij louter nog denken aan zijn eigen naam. Zelfs de vernedering die hij jarenlang had moeten doorstaan had een plekje gekregen. Want ja, dat was hij: vernederd. Een gestoorde natuurkundige, een hogere status kreeg Higgs niet in de wetenschap. Tijdens een kampeervakantie met zijn vrouw in 1964 bedacht hij dat er iets zou moeten zijn wat het hele heelal bij elkaar houdt. Hij wist het zeker, maar daar bleef het bij. Niemand die hem volgde.
Het gros van de wetenschap vond het nonsens, te ver gezocht en degradeerde Higgs tot een derderangs natuurkundige. Higgs werd in natuurkunde lessen alleen nog gebruikt als scheldwoord, in plaats van shit of scheisse. Higgs zelf werd gezien als een gek. Tot gister.
Ze hadden hem gebeld - wonderbaarlijk gezien hij erom bekend staat nauwelijks aan telefonisch contact te doen. Of 'ie even naar Genève wilde komen, ze hadden iets ontdekt. Higgs moest het even aan zijn vrouw vragen. Kon hij wel zomaar weg? Ze hadden immers die kippen. Het mocht. Waar hij al die tijd verguisd was, behandeld als uitschot van de wetenschap, was hij nu het stralende middelpunt. Zijn theorie was bevestigd, het Higgs-deeltje bestond. Missie geslaagd. En Higgs zelf? Die was dankbaar, maar hij kon vooral ook niet wachten weer terug te gaan naar Schotland.