maandag 29 juni 2015

Wielslip

Soms overkomt het je wel eens. Dat je in de trein zit en om je heen kijkt. Ja, dat klinkt heel eng. Überhaupt het om je heen kijken. En dan ook nog in de trein. Zó 1893. Je moet je voor de grap eens inbeelden dat je een telefoon bij je hebt (wat altijd zo is), dat je hem in je hand hebt (wat altijd zo is) en dat je er dus niet op kijkt. Ik weet het, totaal ongeloofwaardig. Toch moet je die omgeving zo heel af en toe ook nog wel eens in je opnemen. Al was het maar om niet op je 26e al een dozijn aan door langdurig-telefoon-staren-ontwikkelde fronsrimpels te krijgen.

En dan vallen je dus dingen op. Dingen waarvan je je afvroeg of die er altijd al waren. Of dat NS kaboutertjes die in de tijd dat wij met z'n allen fronsrimpels aan het kweken waren, eigenhandig hebben aangebracht. Ik ben er inmiddels achter dat er een rangorde bestaat van geschikte plekken in de trein om die kabouterproducten tegen te komen. Zo kom je op een gewoon zitje in de stilte-coupe eigenlijk nauwelijks iets tegen. Je omgeving bestuderen zou daar haast saai zijn. Verplaats je jezelf naar de coupe voor het pratende plebs, dan zie je en hoor je nog wel eens wat. Wil je echter écht iets meemaken. Neem dan het hoekje in een van de halletjes in de trein. In een Intercity dan wel te verstaan. Sprinters hebben sowieso niets van dit alles (daar kan je niet eens plassen, dat terzijde).

Op een dag aan het einde van de week, volledig uitgeblust en niet meer in staat om m'n telefoon ook nog maar uit de tas te halen, viel mijn oog op iets in het muurtje voor me. Ik staarde vrij doods voor me uit toen ik besefte dat ik naar een kastje keek. Een kastje met allemaal knopjes, achter glas dan welteverstaan. Ik zag hendeltjes van het een of ander, en lampjes die gingen branden als de trein ging rijden.

Allemaal niet zo wonderlijk zou je denken. Tot je oog blijft hangen bij de tekstjes die bij de knopjes horen. En bij één knopje deze kernachtige omschrijving geschreven staat: Wielslip. Serieus NS: wielslip? Ik stelde me daarbij toch meteen allerlei ergs voor, zoals door een wielslip uit de bocht vliegende treinen. En ik vroeg me af waarom ik hier nog nooit rekening mee had gehouden. Je gaat jezelf toch ook afvragen of er nog meer is wat je allemaal niet weet. Ik bedoel: als ze een lampje bij een wielslip zelfs in het zicht hebben, wat hebben ze dan allemaal wel niet achter gesloten deuren? Wat voor ergs kan er allemaal nog meer gebeuren. Is een potentiële wielslip niet al erg genoeg?

Natuurlijk raakte ik geobsedeerd door het knopje. Dat had namelijk ook een lampje dat aan kon gaan. En misschien zou een rood lampje wel gepaard gaan met een omroepbericht: "Dames en heren, jongens en meisjes. Schrikt u vooral niet, maar we zitten midden in een wielslip. Blijf vooral zitten waar u zit (stel je voor dat dit in de spits gebeurt), we hopen er zo weer uit te zijn. Het goede nieuws: we zijn wel op tijd vertrokken." En wat dan hè, wat dan. Ik bedacht mezelf dat ik daar totaal niet op voorbereid was. En een blik naar de rest van de passagiers deed me vermoeden dat zij dit ook zeker niet waren. Ik miste ineens de vliegtuigriem.

Mocht de NS verwachten dat wij afgestompte treinforenzen op het moment van de wielslip massaal in actie moeten komen, dan mogen ze daar wel eens een campagne-tje voor in gaan zetten. Ik pleit voor een conducteur die in elke coupe z'n 'in verband met mogelijke wielslip zijn daar de nooduitgangen' demonstratie doet.