dinsdag 19 maart 2013

Wiet in je knot

Ik zat er al dik twintig minuten in, de trein naar Den Haag. Na alle updates op Twitter en Facebook toch wel te hebben gezien en nu.nl te hebben uitgeplozen, zat ik gewoon een beetje suf naar buiten te staren. Het Hollandse landschap aan me voorbij trekkend. Totdat een drietal plaatsnam in 'mijn' zitje. Twee leuke jonge gasten en een lief uitziend meisje. Althans, dat was mijn eerste indruk. En dat eerste indrukken niet altijd overeenkomen met de tweede indruk bleek vrij snel.

Het begon met een verhaal over sletten. Die hadden zich zaterdag bij dat feest weer lekker misdragen. En mocht je denken dat dit over gewone huis, tuin en keuken, bijna lieflijke sletjes ging. Mis. Het waren de dikke, vieze sletten die het moesten ontgelden. Als ik het meisje tenminste mocht geloven. Ik wilde er net goed voor gaan zitten, toen het onderwerp ineens veranderde naar het nuttigen van alcoholische versnaperingen in de trein. Niet dat de stap van vieze sletten naar alcohol heel groot is natuurlijk. Maar dat terzijde. Het lief uitziende meisje vroeg aan de leuke jongen tegenover mij of alcohol in de trein nou eigenlijk was toegestaan. "Uh, ja natuurlijk", antwoordde hij. "Ik heb echt al zooooooo vaak met bier in de trein gezeten, dus dat mag gewoon hoor." Wow, wat een heldere en diepzinnige boodschap, dacht ik. Ideaal ook als alle argumenten zo mochten zijn. Al je iets al heeeeel vaak gedaan hebt, mag het gewoon. Logisch, toch? (Met een schuin oog probeerde ik ondertussen tevergeefs te spotten of hij nu ook aan het bier was, die kans leek me namelijk best wel groot.)

"Ik heb trouwens vrijdag toch maar eens spacecake geprobeerd", begon de andere leuke jongen vervolgens. Het lief uitziende meisje reageerde vrolijk verbaasd en vroeg hem hoe het was. En - blijkbaar nog belangrijker - of hij was gaan trippen. "Nee, we hadden allemaal gewoon één plakje genomen, daar ga je nooit van trippen", zei de jongen. Volgens het meisje was dat logisch, want van spacecake kon je eigenlijk nooit gaan trippen. Dat stuitte echter op weerstand, want mensen die nauwelijks blowen - als ik het drietal moest geloven waren die mensen er overigens ook nauwelijks meer - zouden dus echt wel kunnen gaan trippen van spacecake. Waarvan akte. 

Net toen ik dacht dat het niet meer erger kon, vroeg het lief uitziende meisje een prangende en hoopvolle vraag aan de jongen tegenover haar. "Zou je niet gewoon kunnen stoppen?" Wat goed dacht ik, zij zou vast ook vinden dat het eigenlijk niet kon. Mijn hoop vervloog jammergenoeg snel. De jongen dacht helemaal niet aan stoppen. Natuurlijk niet. Kunnen zou 'ie het wel, maar hij wilde het niet. Hij had nog zoveel niet geprobeerd, dan ga je toch niet stoppen. Het meisje beaamde het. Van een hoopvolle vraag, strandde het gesprek in een uitwisseling van geestige anekdotes over het verstoppen van wiet. "Dat meisje met die krullen stopt het altijd in haar knot, valt echt niet op", zei het meisje. De jongen bleek het regelmatig in z'n boxer te verstoppen. Zucht. 

De trein stopte en het drietal stapte uit, waarschijnlijk verder babbelend over dit voor hen doodnormale onderwerp. Mij in desolate toestand achterlatend. Wiet verstoppen in je knot en dikke, vieze sletten, onderwerpen die ik had verwacht bij een ander type volk. Ik voelde me bij het uitstappen als een oude taart, ver verwijderd van een generatie als deze. Uiterlijk is dus ook maar schijn. Als zelf de meest lief uitziende meisjes blowen en snuiven en als zelfs het type ideale schoonzoon, geen ideale schoonzoon blijkt te zijn, waar moet het dan nog heen met deze wereld. In mijn melodramatische bui bedacht ik me dat je dan nog beter een gast met ongewassen dreads in een naar wiet stinkende trui kon hebben, weet je tenminste wat je krijgt. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten