woensdag 6 november 2013

Enkeltje Mars?

Gisteren vertrok de eerste Indiase raket naar Mars, de Rode Planeet. Dat dit ook vooral een dingetje van onderlinge strijd tussen India en China is, laat ik maar even voor wat het is. De lancering deed me namelijk vooral denken aan die andere geplande reis naar Mars: Mars One. Niks geen lege raketten, marswagentjes en net-niet beelden meer. In 2023 worden vier vrijwilligers - dan astronauten - naar de planeet gestuurd. Een enkeltje Mars. Iedere twee jaar aangevuld met een nieuwe groep. En wat het idee dan is? Een heuse menselijke nederzetting op Mars. Door aardse bewoners naar de planeet te sturen, zouden we meer te weten komen over het zonnestelsel, de oorsprong van het leven en onze plaats in het universum.

Dat klinkt natuurlijk allemaal veelbelovend. Misschien echter, is onze plek in het universum allang bekend. Misschien worden deze vrijwilligers - waarvan er zich zo'n kleine 200.000 hebben aangemeld (!) - wel naar Mars gestuurd om heel andere redenen. Redenen die wij leken niet kennen - of niet mogen kennen. Zo kan het bijvoorbeeld zomaar zijn dat we weerstand moeten gaan bieden aan buitenaardse wezens. Waarschijnlijk is al jaren bekend dat de die groene mannetjes een tripje aan het plannen zijn om een nederzetting op aarde te bouwen. Ik vraag me dan ook heilig af wat vier mensen met doodsimpele aardse krachten nu eigenlijk kunnen beginnen tegen ET. Maar dat terzijde.

Een ander aannemelijk argument is dat van het vergaan van de aarde - en daarmee het vergaan van de mensheid. Hoewel we het einde van de Maya kalender hebben overleefd, weten we natuurlijk nooit wat komen gaat. Bij een van de vele brainstorm sessies over het behoud van het menselijk leven, werd de Mars One bedacht. Waarom sturen we niet gewoon een paar mensen voorgoed de ruimte in?

Als we deze mensen dan toch voor eeuwig wegsturen, kunnen we maar beter goed nadenken wie deze uitverkorenen mogen zijn. Er komen meteen wat namen naar boven:

Een goede gegadigde lijkt me bijvoorbeeld Andrés Iniesta. Gewoon om die ene bal. Laat hem dat vooral lekker doen op Mars. Ook Johan Derksen zou ik liever kwijt dan rijk zijn. Daarbij: ze moeten daar op Mars toch ook aan movember kunnen doen?

Nog zoiets: Andries Knevel en Tijs van den Brink. Hoewel de bijzondere combinatie tussen een conservatieve christen, die zijn geloof (en zelf benoemde kwaliteiten) aan iedereen op wil dringen, en een man die constant misselijk is, op de lange termijn toch enigszins twijfelachtig is. Maar ook dan geldt: beter daar dan hier. Wellicht weet Andries met zijn charismatische enthousiasme nog wel wat Mars-wezentjes in te palmen. En voor die wezentjes waarbij het niet lukt: ik durf het te betwijfelen of die na die ontmoeting nog wel naar de aarde af willen reizen. Meerdere vliegen in één klap dus.

Mocht je je trouwens zelf hebben aangemeld en uiteindelijk tot de uitverkorenen horen, dan zul je in de zeven jaar durende training nogal wat voor je kiezen krijgen. Afgezien van het eeuwige karakter van het verblijf, is de reis zelf namelijk al bijzonder intensief. De astronauten zijn zo'n negen maanden onderweg in de capsule. Negen maanden blootstelling aan straling, behoeften aan eten, drinken en sanitaire stops. Beeld je vooral eens in negen maanden onder weg naar Zuid-Frankrijk te zijn. Na drie weken 'zijn we er al?' ben je dat toch ook wel zat.

Om die negen maanden - die voorlopig het grootse obstakel lijken - door te komen, is de wetenschap bezig het de astronauten zo makkelijk mogelijk te maken. Hoe ze dat willen doen? Door het gedrag van dieren in de winter na te bootsen: een winterslaap. Negen maanden slapen zou al deze hindernissen voor de mens als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Klinkt ideaal. Misschien dat de vrijwilligers af en toe eens kunnen oefenen door in holletje van een egel te kruipen.

Nog niet overtuigd? Geeft niets. Waarschijnlijk is het allemaal gewoon een grap en wilde John de Mol weer eens iets nieuws na het succes van Big Brother. Daar zullen we jammergenoeg in 2023 pas achterkomen.

zaterdag 27 juli 2013

Vermiste conducteuren en gelanceerde treinstellen

De NS, Neerlands hoop in bange dagen. Ik zou een blog kunnen schrijven over het op tijd rijden van de treinen. Ik zou een blog kunnen schrijven over het niet kunnen rijden vanwege sneeuw op de rails, of een naar beneden gedwarreld herfstblaadje. Ik zou ook een blog kunnen schrijven over het inzetten van 3 wagons voor 34.587 forenzen om 7 uur 's ochtends en die 3 verdwaalde passagiers die om 14 uur 's middags een 5 kilometer lange trein tot hun beschikking hebben. Het zou ook zomaar eens over airco kunnen gaan - die vaker niet dan wel werkt.

Laat ik het nu hier allemaal niet over gaan hebben. Want als de trein wel is gearriveerd, je wel een plekje hebt gevonden en er geen geniepige sneeuwvlokjes liggen te wachten om alles in de war te schoppen, ook dan valt bij de NS heel wat te beleven. Zo gebeurde het eens dat ik - samen met tientallen, wat zeg ik: honderden andere reizigers - de trein instapte en me net lekker had genesteld, toen we eruit moesten. Op een weinig subtiele manier ook. De machinist riep om dat de trein waar wij ons in bevonden niet voor passagiers was. Niet voor passagiers? Ik zag het de anderen ook denken: waar is deze trein dan wel voor bestemd? En als deze niet voor passagiers is, moeten de goederen dan straks ook uit de goederentrein? Subtiel ging het vervolg overigens niet, de lichten gingen uit nog voor we allemaal uit konden stappen.

Dan iets wat wel vaker voorkomt en wat iedere keer weer tot irritatie leidt. De trein waar je inzit rijdt ultra traag en stopt om de haverklap langs een weiland vol koeien. Je begint steeds meer de behoefte te krijgen te weten wat het probleem is. En dan. Precies op het moment dat er geluid klinkt uit de omroepinstallatie, zitten die vrouwen een paar stoelen verder er vol doorheen te tetteren. Weg bericht en geen steek wijzer.

Op de momenten dat het wel goed gaat - dat wil zeggen: met het kunnen horen van het omroepbericht - gebeurt er altijd wel iets bijzonders. Zo heb je elke keer weer de machinist, die bij het inrijden van zijn eigen 'stadje' het niet kan laten een zo overdreven mogelijk accent te laten klinken. "Dames en heren, we naderen station Rrrrrrrrotterdam Centraal, station Rrrrrrrrotterdam Centraal." Of de machinist die zijn vreugde voor het op tijd rijden niet onder stoelen of banken steekt en zegt: "We komen hier op tijd aan, om niet te zeggen te vroeg!". Je voelde dat mensen twijfelden of een applaus nu op zijn plaats was.

Het meest leuk echter, zijn de momenten waarop je aan het indutten was en opschrikt, en je niet weet of de conducteur of machinist zich wel bewust is van wat hij eigenlijk zegt. Zo zat ik ooit in de sprinter richting Rotterdam en meldde de machinist ons dat het treinstel waarin ik zat, zou worden losgekoppeld en vervolgens gelanceerd werd. Juist. Gelanceerd. Loskoppelen leek me tot daar aan toe, ging lanceren niet een stapje te ver? Of van de week. Ik zat al zo'n 10 minuten te wachten in de trein, toen de omroepinstallatie begon te ronken. "We zijn aan het wachten op een conducteur en aan het bellen waar hij is", klonk het door de intercom. Ik begon al medelijden te krijgen met de conducteur die zometeen - als hij de trein binnen zou stappen - vast boze blikken toegeworpen zou krijgen, toen een nieuw bericht klonk. "Dames en heren, de conducteur staat op Den Haag Holland Spoor, dus we pikken hem daar op en rijden dan gewoon door." Prima joh. Fijn idee ook wel dat we daarna nog gewoon onze route zouden vervolgen. Lolbroeken die machinisten. Vertraging of niet, bij de NS valt in elk geval van alles te beleven.

dinsdag 19 maart 2013

Wiet in je knot

Ik zat er al dik twintig minuten in, de trein naar Den Haag. Na alle updates op Twitter en Facebook toch wel te hebben gezien en nu.nl te hebben uitgeplozen, zat ik gewoon een beetje suf naar buiten te staren. Het Hollandse landschap aan me voorbij trekkend. Totdat een drietal plaatsnam in 'mijn' zitje. Twee leuke jonge gasten en een lief uitziend meisje. Althans, dat was mijn eerste indruk. En dat eerste indrukken niet altijd overeenkomen met de tweede indruk bleek vrij snel.

Het begon met een verhaal over sletten. Die hadden zich zaterdag bij dat feest weer lekker misdragen. En mocht je denken dat dit over gewone huis, tuin en keuken, bijna lieflijke sletjes ging. Mis. Het waren de dikke, vieze sletten die het moesten ontgelden. Als ik het meisje tenminste mocht geloven. Ik wilde er net goed voor gaan zitten, toen het onderwerp ineens veranderde naar het nuttigen van alcoholische versnaperingen in de trein. Niet dat de stap van vieze sletten naar alcohol heel groot is natuurlijk. Maar dat terzijde. Het lief uitziende meisje vroeg aan de leuke jongen tegenover mij of alcohol in de trein nou eigenlijk was toegestaan. "Uh, ja natuurlijk", antwoordde hij. "Ik heb echt al zooooooo vaak met bier in de trein gezeten, dus dat mag gewoon hoor." Wow, wat een heldere en diepzinnige boodschap, dacht ik. Ideaal ook als alle argumenten zo mochten zijn. Al je iets al heeeeel vaak gedaan hebt, mag het gewoon. Logisch, toch? (Met een schuin oog probeerde ik ondertussen tevergeefs te spotten of hij nu ook aan het bier was, die kans leek me namelijk best wel groot.)

"Ik heb trouwens vrijdag toch maar eens spacecake geprobeerd", begon de andere leuke jongen vervolgens. Het lief uitziende meisje reageerde vrolijk verbaasd en vroeg hem hoe het was. En - blijkbaar nog belangrijker - of hij was gaan trippen. "Nee, we hadden allemaal gewoon één plakje genomen, daar ga je nooit van trippen", zei de jongen. Volgens het meisje was dat logisch, want van spacecake kon je eigenlijk nooit gaan trippen. Dat stuitte echter op weerstand, want mensen die nauwelijks blowen - als ik het drietal moest geloven waren die mensen er overigens ook nauwelijks meer - zouden dus echt wel kunnen gaan trippen van spacecake. Waarvan akte. 

Net toen ik dacht dat het niet meer erger kon, vroeg het lief uitziende meisje een prangende en hoopvolle vraag aan de jongen tegenover haar. "Zou je niet gewoon kunnen stoppen?" Wat goed dacht ik, zij zou vast ook vinden dat het eigenlijk niet kon. Mijn hoop vervloog jammergenoeg snel. De jongen dacht helemaal niet aan stoppen. Natuurlijk niet. Kunnen zou 'ie het wel, maar hij wilde het niet. Hij had nog zoveel niet geprobeerd, dan ga je toch niet stoppen. Het meisje beaamde het. Van een hoopvolle vraag, strandde het gesprek in een uitwisseling van geestige anekdotes over het verstoppen van wiet. "Dat meisje met die krullen stopt het altijd in haar knot, valt echt niet op", zei het meisje. De jongen bleek het regelmatig in z'n boxer te verstoppen. Zucht. 

De trein stopte en het drietal stapte uit, waarschijnlijk verder babbelend over dit voor hen doodnormale onderwerp. Mij in desolate toestand achterlatend. Wiet verstoppen in je knot en dikke, vieze sletten, onderwerpen die ik had verwacht bij een ander type volk. Ik voelde me bij het uitstappen als een oude taart, ver verwijderd van een generatie als deze. Uiterlijk is dus ook maar schijn. Als zelf de meest lief uitziende meisjes blowen en snuiven en als zelfs het type ideale schoonzoon, geen ideale schoonzoon blijkt te zijn, waar moet het dan nog heen met deze wereld. In mijn melodramatische bui bedacht ik me dat je dan nog beter een gast met ongewassen dreads in een naar wiet stinkende trui kon hebben, weet je tenminste wat je krijgt. 



woensdag 13 maart 2013

Pauselijke intriges

Gisteren begon het dan. Eindelijk. In volledige media aandacht werden de 115 stemgerechtigde kardinalen de hele dag gevolgd. Zenuwachtig lachend verzamelden ze zich voor de bus die hen naar de Sint Pieter zou brengen. Het waren net kleine kinderen, vol spanning in afwachting van deze grote dag. Later verplaatsten de in rode gewaden geklede kardinalen zich naar de Sixtijnse Kapel. De wachters buiten de poorten carnavalesk gekleed. Om 20 uur was er zwarte rook. Hij was dus nog niet gekozen. Hoe zou zo'n proces zich nou eigenlijk voltrekken, vroeg ik me af. Wat gebeurt er nou écht achter gesloten deuren?

Ik kon het niet helpen. Onverhoopt was het eerste wat me bij het visualiseren van een dergelijk conclaaf te binnen schoot, de film Angels & Demons. Geloof me. Heb je deze film ooit gezien, dan kun je haast niet anders dan denken dat het Vaticaan ergens wel gebukt moet gaan onder mysteries, intriges en verraad. Misschien dat zich onder de kardinalen wel een kandidaat-paus bevindt, die als hij straks gekozen wordt uit de school gaat klappen over geheime documenten en complotten over seksueel misbruik. Misschien kwamen de andere kardinalen dit te weten en besloten ze hem te ontvoeren. Of misschien is één van de kardinalen helemaal geen kardinaal, maar lid van een duister genootschap en heeft hij er persoonlijk voor gezorgd dat Benedictus af zou treden. Heel toevallig hoor, Benedictus via een helikopter vervoeren naar zijn pauselijk buitenverblijf, terwijl in de film de verrader ook via een helikopter opstijgt. Snapt niemand dan dat dit aanwijzingen zijn?

Of misschien kan het ook anders. Misschien zijn er wel geen complotten en intriges. Misschien is het wel heel saai en vervelen de kardinalen zich kapot. Misschien zijn ze vanochtend weer wakker geworden, eten ze allemaal hun bammetje met kaas of nog een koud stuk pizza van gisteravond en gaan ze in groepjes klaverjassen. Wie de paus wordt? Dat hebben ze natuurlijk al lang besloten. Gewoon een potje pis-potten, wel zo makkelijk. Om het voor ons nog een beetje spannend te houden, laten ze om de zoveel uur zwarte rook naar buiten komen.

Wie het dan wordt? Geen Italiaan, dat leek de kardinalen niet zo handig. In het kader van Berlusconi en het imago van de laars-bewoner tegenwoordig, werd besloten geen Pipo di Pasta te kiezen. Angelo Scola, vooraf haast de onbetwiste kandidaat, was teleurgesteld ja. Angelo Sodano - de Deken van het College van Kardinalen, had hem echter verzekerd dat hij de boeken in zou gaan als klaverjas-winnaar van het conclaaf van 2013. Daar nam Scola ook wel genoegen mee. Wie dan wel gekozen is? Dat zullen we zien. Het zou me niks verbazen als er straks roze rook uit de schoorsteen komt.

maandag 18 februari 2013

Van Hamar naar boerenkool


Hij had net zijn veters losgemaakt. Ze bungelden langs zijn schaatsen, net zo moe als hij. Zittend met gestrekte benen, maakte hij zich het bankje eigen. Het was voor even zijn territorium. Niet dat iemand zich ook maar zou inbeelden op dat bankje plaats te nemen naast hem. Je ging je veters wel ergens anders losmaken, je kende je plek maar al te goed. In die zittende houding zat hij bij te komen. Zo leek het. Ondertussen was hij gewoon aan het analyseren en vooral aan het chagrijnen. Winnen alles wat telt? Dat niet eens voor de keizer. Een goede rit rijden wel. Winnen doet 'ie sowieso wel. Hij stond op van het bankje en liep wat over het opwarm terrein. Zijn coach Kemkes hield hem nauwlettend in de gaten. Met nog één ronde te gaan van zijn concurrent, wist Kramer dat hij de leiderschapspositie opnieuw had geclaimd. Als de ouderwets rammende Kramer in een 5 kilometer vol 29'ers, had hij zijn concurrenten op hun plaats gezet.

Dan dag 2. In één rechte lijn naar de finish, dat was het idee. Maar Sven was al drie weken van huis, zou het fijn vinden om weer thuis te zijn, zo verklaarde hij later tegen Bert. Misschien had hij wel heel slecht geslapen, raar gedroomd en was hij helemaal niet klaar geweest voor dag 2. Onzin natuurlijk. Sven is altijd klaar voor dag 1 én 2. Altijd, al is hij 3 jaar van huis. Hij moest alleen nog even die 1500 doorkomen en dan zou hij zegevieren. 

Die 1500 vergde veel, teveel voor de gewone man. Maar dat is hij dan ook niet, de gewone man. Met pijn in zijn rug schreeuwde hij op de 10 naar Kemkes dat 'ie Bökko's rondetijden wilde in plaats van die van Swings. Sven ging ineens niet meer voor de winst op de 10, het interesseerde hem niet zoveel. Het WK winnen, dat was wat telde. Grapje natuurlijk van Sven. Over die 5 honderdste had 'ie namelijk gewoon nog de controle. En dus won hij de 10 én het WK en was dit voor Sven nummer 6. Een magistrale, grootse en indrukwekkende 6, maar eigenlijk gewoon zoals we van hem gewend zijn. Sven, zoals Sven voor ons hoort te zijn. Sven the man. 

Ergens anders op een zolderkamer zat nog iemand. Z'n haren nog nat van de douche. Hij had crèmespoeling gebruikt, dat mocht wel weer eens had zijn moeder gezegd. Een bord met dampende boerenkool stond beneden op hem te wachten, maar hij had geen trek. Hij had geen veters om los te maken, geen ritten en rondetijden om over te peinzen. Niet dat hij daar ooit over peinsde, hij deed niet aan rondetijden. Winnen was voor hem wel alles wat telde, maar hij had nu niets gewonnen. Bij het idee dat hij niet de 10 mocht schaatsen, had hij 's ochtends uit frustratie 10 kilometer lang rondjes 28.0 gereden. In een leeg Thialf, samen met Henk de groenteboer, die op zijn vrije dag altijd het ijs op ging. Het komt wel goed jongen, had Henk gekscherend gezegd. Goed bedoeld natuurlijk, maar Bob wist dat het niet goed zou komen. 

Was hij maar in een ander land geboren, in België bijvoorbeeld. Dan had hij 's lands grootste held op het ijs geweest de afgelopen jaren. Hij had voor Swings een voorbeeld geweest, die jonge Belg had vast en zeker tegen hem opgekeken. Nu zat hij thuis op zijn zolderkamer. Zijn medailles hingen aan de wand, een bewijs van zijn grote prestaties. Hangend boven de boerenkool dampen dacht hij echter maar aan één ding: had ik me misschien ook iets meer op de rondetijden moeten focussen? 

maandag 11 februari 2013

Krijg nou wat, een dubbelganger!

Het gebeurt vooral bij toevallige voorbijgangers als ik op een terras van een wijntje zit te genieten, of in de trein waardoor ik iemand onverhoopt veel te lang aan zit te staren. Ok en ik geef toe: in vrijwel elke BN'er zie ik er ook één. Waar ik het over heb? De dubbelganger. Juist. Ik ben gezegend met de gave (ik probeer het maar even een positieve benaming te geven, maar elke gek weet natuurlijk dat het een idiote bezigheid is) in vrijwel iedereen een dubbelganger te zien van iemand anders. Detail: de dubbelgangers zijn bijna altijd kopieën van ontzettend bekende mensen. Ik bedoel dus: van filmsterren. Op de één of andere manier heb ik overigens nu niet meteen het idee dat het mij intelligent doet overkomen dat ik dus constant bezig ben met mensen uit Hollywood. Maar dit terzijde.  

Toen mijn gave begon, wist ik het voor elkaar te krijgen iedere vergelijking die ik maakte tegen mensen te zeggen. Ik vond het ook wel grappig. Tot ik er geleidelijk aan achter kwam dat anderen dit eigenlijk helemaal niet zo grappig vonden. Mijn moeder probeerde zelfs voorzichtig te zeggen dat ik een beetje op oma leek. Nou is oma ontzettend lief, maar ze heeft een licht vervelende eigenschap iedereen die bij haar op visite komt te vergelijken met 'iemand van tv' (ja ook in die woorden). Toen ik dat hoorde besloot ik elke toekomstige vergelijking zoveel mogelijk voor mezelf te houden.

Omdat ik ze blijf zien, leek het mij zinvol toch eens te onderzoeken waar het dan vandaan komt. Misschien wil ik het wel gewoon zien, is het eigenlijk een self fulfilling prophecy en stel ik me aan. Dat kan natuurlijk, gewoon een creatieve fantasie. Of niet. Er kunnen natuurlijk ook gewoon hele logische, verklaarbare redenen bedacht worden voor het bestaan van de dubbelganger. Omdat het me vast niet in dank afgenomen wordt als ik die redenen nu laat voor wat ze zijn, zal ik ze voor de grap toelichten. 

1. Een eerste reden die eigenlijk best aannemelijk is, is dat de creativiteit in het ontwerpproces gewoon op was. De schepper heeft natuurlijk al oneindig lang mensen moeten bedenken en zoals het elke ontwerper wel eens overkomt: de fantasie bleek af en toe te stokken.

2. Hiertegenover staat natuurlijk Darwin's survival of the fittest. De dubbelgangers van vandaag de dag komen natuurlijk voort uit niets meer dan een sterk staaltje evolutiewerk. Alleen de beste eigenschappen overleven immers, logisch dus dat we steeds meer op elkaar gaan lijken.

3. Omdat de vergelijking vaak plaats vindt met Hollywood sterren, kan het natuurlijk ook gewoon een praktisch vernuft zijn. Dubbelgangers zijn vanuit dit oogpunt gewoon gemaakt om een stuntdubbel te spelen van een filmster. DUH.

4. Als de ouderwetse romanticus die ik ben, moest ik het natuurlijk ook zoeken in de hoek van de liefde. Misschien zorgt het bestaan van dubbelgangers er voor, dat er niet één maar twee ware's voor ieder persoon rondlopen. Dat verhoogt de kans weer dat je hem (of haar) tegenkomt.

5. Het kan natuurlijk ook liggen aan een gebrek aan monogamie. Onze voorouders (lees: holbewoners) wisten überhaupt niet dat dat kon, maar één partner hebben. Misschien zijn we vandaag de dag ook nog wel helemaal niet zo monogaam als altijd wordt beweerd en heeft de geschiedenis zich gekenmerkt door zulke ontrouwe partners dat we daarom allemaal iets van elkaar weg lijken te hebben. Volgens Darwin was dit overigens gunstig voor de meest ideale vorm van evolutie, niet eens zo'n gek idee dus.

Goed. Dit zijn dus een paar ideeën. Misschien denk je er van alles over, of misschien wel niets. Wat je ook doet: ik weet zeker dat er ook ergens een dubbelganger van jou rondloopt. Er staat vast binnenkort een nieuwe Hollywood ster op, waar jij ineens verdacht veel op lijkt. Of niet natuurlijk. Ik zal het in elk geval voor me houden.




vrijdag 8 februari 2013

Mannen met baarden

Fan van de Italianen was ik al, en fan van Pirlo al helemaal. Want wat een grote meneer is dat. Maar Pirlo in de hoedanigheid van afgelopen woensdag, daarbij werden alle vorige herinneringen wazig. Daarbij werden de wangetjes van de Oranje jonkies roze, en leken grassprietjes vergeleken met de ineengekrompen Clasie nog hoog. Waar dat dan door kwam? Door die baard. Pirlo's baard. Geen stoppels of zielig sikje, maar een dikke vacht met haren. Gewoon lekker niet scheren, terug naar de oermannelijkheid. In plaats van de rustige Pirlo met de subtiele stiftjes, stond daar nu een man die met zijn mannelijkheid alle vrouwenharten in de arena op hol liet slaan - en alle mannenharten weg liet kwijnen van jaloezie. Hij deed denken aan de Franse rugby speler Sébastien Chabal en gezien de angst die dat bij voorbaat al veroorzaakt bij tegenstanders, ben ik voor.

Niet alleen op het voetbal- of rugby veld. Een baard moet weer geaccepteerd worden. Maatschappelijk geaccepteerd. Zoveel mannen zouden er een stuk ruiger en aantrekkelijker uitzien mét baard (net zoveel ook niet overigens). Niet voor niets dat een groep vrienden besloot dat het welletjes was geweest voor - nu nog - prins Willem-Alexander. De Facebook pagina 'Zonder baard geen koning' pleit voor een met baard begroeide WimLex op 30 april dit jaar. Bij 100.000 likes dienen ze zelfs een officieel baard-verzoek in bij de RVD. Prima initiatief. In een samenleving waarin dé baard weer mag, is een koningschap met baard best geoorloofd. Daarbij: denk aan dat gezag wat Koning Willem straks uitstraalt. Ja, hij gaat ons kikkerlandje weer op de kaart zetten met die baard. En Maxima, wat zal ze blij zijn. Een echte mannelijke man naast haar zij, die baard bij hem zal haar als queen nog meer doen schitteren.

De baard geldt als toonbeeld van gezag, wreedheid, boezemt angst in en is, mits goed uitgevoerd - wat wil zeggen geen donzig uitziend tafereel of met open plekken her en der - een prototype van onvervalste mannelijkheid. Waar de gemiddelde huis- tuin- en keukenvent al jaloers is op Chris Zegers - en terecht, want die afgescheurde broeken, man - gaat bij de aanblik van de Pirlo's van deze wereld, het vat aan mogelijkheden nog een tandje verder open. Wat vijftig tinten grijs had voor de vrouw, doen voorbeelden van mannen met baarden voor de andere sekse.

Waar Guus Hiddink z'n snor af scheerde, pleit ik dus voor een verplichte baard bij ons verdedigende blok bij het volgende WK voetbal. Alhoewel, alleen als dat ook leidt tot een volwaardige vacht, misschien moeten we bij nader inzien nog maar even wachten.


zaterdag 26 januari 2013

Lance en die ene dag op die ene berg


We zijn nu een week verder, en ik geloof dat ik er wel aan toe ben om mijn gedachten op papier te zetten. Schreef ik een tijdje geleden nog dat ondanks alle getuigenissen en beschuldigen, 1% van mij nog echt in jouw onschuld geloofde zolang je zou zwijgen – dat gaat nu niet meer op. Toen bekend werd dat je naar de koningin van de talkshow zou gaan, wisten we natuurlijk al genoeg. Dat je uitgerekend haar uitkoos om je relaas te doen was ook makkelijk te verklaren. Als er iemand is bij wie je jouw verhaal kunt doen, in tranen uit kunt barsten ten overstaan van de wereld en daarna nog massaal vergeven wordt ook, is het Oprah. Ik zat dan ook met smart te wachten op het interview. En ik wist van mezelf, als je verhaal enigszins geloofwaardig zou zijn – een traantje werkte daarbij ook in je voordeel – zou ik je waarschijnlijk meteen hebben vergeven.

Waarom dan Lance, waarom was je nu opnieuw niet eerlijk. Waarom zweeg je nu weer over de details. Je had blijkbaar het idee dat ja zeggen op alle vragen van Oprah al zou volstaan. Dan had je immers toch bekend? Het is als Erik Pieters die denkt dat hij alleen maar even ‘sorry’ hoeft te zeggen en dat hij dan weer de man is bij PSV. Als de Katholieke kerk die bij het toegeven van de seksuele schandalen verwacht dat de kerkbanken de volgende week weer tot de nok toe gevuld zijn. Of als Silvio – Papi – Berlusconi, die huilend bekend spijt te hebben van zijn Bunga Bunga partijtjes en in de armen gesloten wordt door heel Europa. 

Ik weet nog goed dat ik schreeuwend op de Alpe d’Huez stond. Goed, met mijn 15 jaar vond ik de tourkaravaan natuurlijk ongeveer net zo leuk, maar jij, DE Lance, de meester, de held, de legende. Dat jij daar was, op diezelfde berg, dat maakte mijn dag. Wat zeg ik, mijn vakantie, misschien wel mijn jaar. En met mij dat van vrijwel alle mede bergbezoekers die dag. Want het gejuich en het ontzag toen jij langs kwam fietsen, was niet te evenaren door andere renners. 

Mensen werden hysterisch, bezeten. Hordes renden achter je aan met de Amerikaanse vlag, of met welke vlag dan ook. Zelfs de Duitsers lieten Ulrich voor wat ‘ie was. En terecht, want wie keek nog naar Jan als Lance daar ook was. Ik zag mensen op de berg staan waarvan ik durf te beweren dat ze nog nooit een fiets van dichtbij hadden gezien. Maar jij maakte zelfs van hen de grootste wielerfans.  

Zulke mooie herinneringen Lance. En dus hoopte ik zo erg dat je eerlijk zou zijn bij Oprah. Gewoon echt eerlijk Lance. Alles op tafel, wat had je te verliezen, je had immers toch alles al verloren. Maar nee, zoals Mart Smeets het al zei: weer hield je zelf de regie. Aan het begin had ik nog hoop, maar hoop vervliegt snel, zo blijkt. Die 1% is nu ook weg Lance, de luchtbel is uit elkaar gespat en alles wat rest is de mooie herinnering aan die ene dag op de ene berg. En voor wat het waard is: die hele tourkaravaan had me toen gestolen kunnen worden als jij nu maar eerlijk was geweest. 

donderdag 10 januari 2013

De 'Nothing Box' - een zwart gat in het mannenbrein

Liefste vrouwen. Na al dat gezanik en gezeur over het onmogelijke, irrationele, ongrijpbare vrouwelijke  brein, hier - speciaal voor jullie - een stukje (een ode zou ik het niet willen noemen) over de hersenen van het andere geslacht. Want terwijl veel mannen zich kostelijk kunnen vermaken met het afkraken van ons emotionele wezens, ligt de nadruk daar nu eens een keer niet op. Nee mannen, nu zijn jullie aan de beurt! Waar onze hersenen namelijk altijd, 24/7 draaien, is er bij jullie iets behoorlijk bizars aan de hand. Jullie mannen, hebben de gave (of vreselijke eigenschap, het is maar hoe je het noemen wil) om op momenten aan werkelijk helemaal niets te denken. Hoewel wij dit natuurlijk allang wisten, heeft het ook gewoon een naam: de 'Nothing Box'.

Het zit zo. Wij vrouwen denken dus constant, we piekeren en piekeren en vallen jullie daar ook meer dan eens mee lastig. Vergeef ons, zo zijn we nu eenmaal, we kunnen niet anders. Alle kamertjes, boxen in onze hersenen zijn namelijk met elkaar verbonden. De Amerikaanse huwelijksexpert Mark Gunger vergelijkt het met de internet-snelweg, ik had het niet mooier kunnen zeggen. Bij ons is alles met elkaar verbonden, alles. En om het nog leuker te maken, alles is ook nog eens gekoppeld aan emotie. Juist, dat is ook precies de reden waarom wij vijf jaar na dato iets nog precies na kunnen vertellen. We onthouden alles. 

Mannen daarentegen, hebben een totaal ander hersenveld. Duik in het mannelijk brein en je ziet geen knooppunt aan wegen die samenkomen. Nee, bij mannen is alles lekker rustig. Zitten ze in het ene hokje, dan zijn alle andere hokjes gesloten. Mannen hebben voor alles een afzonderlijke box. In tegenstelling tot vrouwen, is bij mannen dus niks verbonden. Ook fijn: mannen plakken ook geen emotie aan iets. Dat is dus precies de reden dat mannen vijf jaar na dato werkelijk geen idéé hebben waar je hebt over hebt. Ze onthouden niks. En sterker nog, het kan ze ook helemaal niets schelen dat wij het nog wel weten. Klinkt bekend? Hoe vaak heb ik mijn vriend wel niet horen antwoorden: 'Het zal vast wel', 'moeten zij weten', 'dan doe je dat toch gewoon'. En hoe graag je dus ook wil geloven dat 'ie sommige dingen die ons oneindig kunnen boeien, ook heus wel interessant vindt: dat vindt hij dus niet. 

Dit stukje neuro geneuzel was echter nog niet de kern van het verhaal. Die komt nu. Waar vrouwen altijd in alle boxen tegelijk zitten, hebben mannen de beschikking over iets unieks: de 'Nothing Box'. Als mannen hierin bivakkeren - en ik verdenk ze ervan dit express heel vaak te doen - gebeurt er in het brein gewoon helemaal niets. Mannen kunnen daarom ook urenlang ogenschijnlijk hersendode activiteiten uitoefenen, waar wij allang gestoord van zouden zijn geworden.

Het zijn de momenten van het vissen - een dag lang staren naar een dobber die misschien wel gaat bewegen - en van het met open mond op de bank liggen zappen, zonder de tv ook daadwerkelijk ergens op te zetten. Het zijn ook de momenten waarop ze met hun tong half uit hun mond middagen aan het Playstationen zijn (al zullen ze blijven beweren dat ze daar toch echt bij na moeten denken, droom lekker verder). Het zijn ook de momenten waarop wij denken dat er iets is en als reactie krijgen: 'Ik dacht nergens aan'. 'Nee, maar nu even echt, waar dacht je nou aan?' 'Niks, dat zei ik toch.' Vrouwen, geloof het of niet, mannen denken dus echt nergens aan. De 'Nothing Box' is als het ware een groot, gapend zwart gat, waar ik stiekem best jaloers op ben. Ruilen?